Volg ons
Search
Close this search box.

Een van de eersten

Het is guur weer en de lente laat zijn gezicht nog lang niet zien op het moment dat ik naar Lepelstraat rij. In de polders, tussen de boerderijen, ligt de woonboerderij waar ik met Jack en zijn ouders ga praten. Al voordat ik aan kan bellen doet Mark open. “Hee! Wat kom jij doen?”, roept hij me al toe. Hij neemt me mee naar binnen en daar beland ik vol in de ochtenddrukte. “Tsja, het is een beetje druk, maar dadelijk komen de taxi’s en is iedereen weer weg hoor”, zegt begeleider Jurgen rustig tegen mij.

Jack, zijn vader Jan en moeder Jeanne schuiven al snel aan en Jurgen zorgt voor verse koffie. “Als het echt druk is, vlucht Jack wel eens naar zijn kamer hoor. Het kan hier best wel een circus zijn met zeven van die mannen”, vertelt Jeanne direct. “Maar Jack is de oudste en soms corrigeert hij die jonge mannen juist. Op een bepaalde manier werkt het gewoon goed hier met deze groep.“Woonboerderij Ruigevelden is vijftien jaar geleden gebouwd. Jack was één van de eerste bewoners. “Hij werkte al bij de zorgboerderij hiernaast (red. Zorgboerderij De Ruige Velden). Wij wisten dat deze woonboerderij werd gebouwd en met welk doel, Jack nog niet. We zijn toen eens met hem gaan kijken”, zegt Jeanne.

“Moet je kijken wat een uitzicht”

Jack en zijn ouders bezochten de toen nog maar half afgebouwde boerderij en klommen met een houten bouwtrap omhoog. Toen ze boven in een ruimte stonden zei Jack: Hier wil ik slapen. “Jack had toen al eigen regie, want hij mocht echt zelf beslissen of hij hier wilde wonen”, zegt Jeanne. “Die kamer waar we in stonden is nu zijn slaapkamer”, vult Jan aan.

Woonboerderij zorgboerderij lepelstraat

Dorpsgevoel in Lepelstraat

Jack woonde eerder al op Lambertijnenhof, ook daar als één van de eerste bewoners. Maar daar had hij toen niet zelf voor gekozen. “Op de woonboerderij bloeide hij helemaal op, terwijl er mensen waren die het juist vreemd vonden dat Jack zo achteraf in een dorp ging wonen”, zegt Jeanne. “Maar, in een stad kent juist niemand je. Die mannen hier doen ook mee met bijvoorbeeld het buurtfeest en de carnaval”, zegt Jan.

“Hier in het dorp kent iedereen Jack en maakt men een praatje met hem.”

Jack is tijdens het gesprek heel rustig. Hij heeft epilepsie en vandaag betekent dat, dat hij weinig zegt. Toch weet hij te vertellen dat hij graag blokfluit speelt, fietst en sjouwt en pallets sloopt op de zorgboerderij. We zitten in een prachtige groene omgeving, dus we gaan lekker naar buiten. Jack komt gelijk flink in beweging en is nog lastig bij te houden. “Moet je kijken wat een uitzicht, daar zie je Steenbergen liggen”, zegt Jan. “En hier is de kas, waarin ze vooral in de winter werken. Spullen maken van hout, maar ook alvast plantjes kweken om straks buiten te kunnen plaatsen”, zegt Jeanne.

Het boerenleven op de zorgboerderij

We lopen door langs varkens, luidruchtige ganzen en een grote bruine Labradoodle, die al kwispelend niet echt indruk maakt als waakhond. En we treffen Marijke, de zorgboerin: “Ha Jack, wie heb jij nou bij?” Marijke vertelt vol trots over haar Zorgboerderij De Ruige Velden: “Wij werken nauw samen met S&L Zorg. Er werken hier bewoners van S&L Zorg, maar ook andere mensen met een verstandelijke beperking. Jack werkt hier al heel lang en houdt van echt hard werken. We hebben hier vooral veel varkens waar we samen voor zorgen. Als je langs de boerderij fietst, zie je er altijd wel een paar buiten lopen in de modder.”

Met die modder onder onze schoenen lopen we weer terug naar de woonboerderij. Eerst even heel goed onze voeten vegen, want de vloer is net grondig gedweild. Voordat we weer vertrekken vertelt Jeanne trots: “We gaan met Jack niet anders om dan met andere mensen. Hij mag zoveel mogelijk zelf kiezen. Wat hij wil doen, wat hij echt leuk vindt. Hij kan goed overweg met die andere mannen hier en hij geniet van het buitenleven en het werk op de boerderij. Wie wil hier nou niet wonen?”

Ook leuk om te lezen!

Vorige
Volgende
Ga naar de inhoud