“Vroeger, toen we mensen met een verstandelijke beperking nog zwakzinnigen noemden, waren er slaapzalen met wel twaalf ‘pupillen’ op een zaal. Er waren situaties waarbij velen ook vast zaten aan het bed met een zogenaamde Zweedse band. Gelukkig is dat nu wel anders!”, Bert Langenberg begint direct zijn verhaal.
“Dwang klinkt heel negatief, maar wordt eigenlijk altijd toegepast om de veiligheid van de cliënt zelf te bewaken. Als je bijvoorbeeld een paar keer per nacht uit je bed valt, is dat niet goed. Soms moet je dan zorgen dat iemand echt niet uit zijn bed kan, dat is veiliger, maar het kan wel dwang zijn. Men spreekt van dwang als de cliënt of vertegenwoordiger enige vorm van verzet laat zien bij het toepassen van de maatregel. Als er geen verzet is, is de maatregel met instemming. Als we tegenwoordig dwang toepassen, doen we dat alleen als het besproken is met de begeleiding, wettelijk vertegenwoordiger en behandelaar(s), én het vastgelegd is in het zorgplan. We willen dat niet alleen op deze wijze doen, er is ook de wet Bopz die ons dat voorschrijft”, vertelt Bert.
“In de loop der jaren is de mening over dwang veranderd, maar is er ook veel innovatie geweest. Dat heeft ervoor gezorgd dat er veel alternatieven zijn en er meer aandacht is voor afbouw of verlichting van dergelijke maatregelen. Zo zijn bij S&L Zorg alle Zweedse banden al zeker een jaar afgeschaft. Door slimme en vriendelijkere oplossingen, zoals bedboxen of bedtenten, was dat mogelijk. Er zijn ook al verschillende afzonderingsruimten gesloten omdat we ze steeds minder gebruiken, en deuren gaan minder vaak op slot”, legt Bert uit.
Innovaties en middelen zijn mooi, maar wat is de invloed van het gedrag? Kan dwang afgebouwd worden door aandacht voor de cliënt, door te luisteren? Bert vertelt enthousiast: “Cliënten kunnen vaak meer dan we denken. Als verwanten, begeleiders en behandelaars creatief zijn, het gedrag van de cliënt lezen en samenwerken, dan zie je de mooiste oplossingen ontstaan!”