Verzorgen versus begeleiden
“Mijn eerste stage liep ik bij een EVMB cliëntgroep (ernstig verstandelijk en meervoudig beperkt, red.) op Lambertijnenhof. Daar mocht ik de bewoners echt verzorgen. Ik vond het heerlijk om op die manier deze bewoners liefde en aandacht te geven. Nu loop ik stage bij een MVB cliëntgroep (matig verstandelijk beperkt, red.). Hier moeten de bewoners vooral zelf dingen doen, want dit kunnen zij gewoon heel goed. Ze hebben vaste taken en draaien mee in het huishouden. Je begeleidt hen meer dan dat je ze verzorgt”, legt Asma uit.
“Dat is het leuke aan meerdere stages lopen bij verschillende woningen.”
Handen op de rug
Dit was in het begin wel even wennen voor Asma. “Bij mijn vorige stage was dat natuurlijk andersom. Ik moest dus wel wennen in het begin. Soms moet ik letterlijk mijn handen op mijn rug houden, zodat ik ze niet te veel pamper en ze zelf aan de slag moeten”, lacht Asma. Ook is hier volgens Asma het verschil tussen de bewoners groter. Asma: “Iedere bewoner van deze woning is anders en heeft een andere begeleidingswijze nodig. Dit is voor mij een uitdaging, maar tegelijkertijd ontzettend leerzaam. Waar ik tijdens mijn vorige stage veel leerde over verzorging, leer ik nu veel over begeleiding en gedrag. Dat is het leuke aan meerdere stages lopen bij verschillende woningen.”
Een echte aanpakker
Als Asma een ochtenddienst meedraait, staat ze al om 07:00 uur in de woning. “Na het bellen met de nachtdienst om te vragen of er bijzonderheden zijn, beginnen we met de verzorging. We stemmen daarvoor samen af wie welke bewoner verzorgt. Ik ben een echte aanpakker, dus eigenlijk zou ik ze het liefst allemaal verzorgen”, vertelt Asma lachend. Maar met zes bewoners is dat nog niet zo makkelijk, want ze moeten allemaal op tijd aan de ontbijttafel zitten. Asma: “Het is de bedoeling dat alle bewoners rond 08:30 uur ontbijten, zodat we ze om 09:30 uur naar de dagbesteding kunnen brengen. Hierna hebben we tot 12:00 uur tijd voor taken zoals de was doen of mailtjes beantwoorden.
Rond 12:00 uur komen een paar bewoners thuis om even te eten en daarna weer terug te gaan naar hun dagbesteding. Sommige bewoners blijven de rest van de middag thuis. Rond 15:00 uur zit de dagbesteding erop en komen alle bewoners weer naar huis. Dan begint de late dienst en zit mijn dienst erop.”
Voordeel van stage
Asma draait ook regelmatig mee tijdens die diensten. “Bij een late dienst begin ik om 14:30 uur en drink ik eerst een bakje koffie met de bewoners na hun dagbesteding. Daarna ga ik lekker met ze naar buiten of spelen we een spelletje samen. Dat is het voordeel van een stagiaire op de woning: er is veel meer tijd om rustig een spelletje te spelen. Dat is heel gezellig, maar ook hier leer ik weer heel van. Bijvoorbeeld hoe ik de bewoners het best kan benaderen”, legt Asma uit.
“Ik zou hier na mijn studie heel graag aan de slag gaan.”
Werken bij S&L Zorg
Asma zou na haar studie dolgraag blijven werken bij S&L Zorg. Asma: “Ik ben natuurlijk al aangenomen als verzorgende niveau 2 bij de woning op Lambertijnenhof. Dit werk doe ik wekelijks met veel plezier. Toch zou ik hier heel graag aan de slag gaan als cliëntbegeleider niveau 3. Mijn teamleider van woning 171 b heeft in ieder geval al toegezegd dat ik ook daar welkom ben na mijn studie. Gelukkig heb ik nog even de tijd om te ontdekken welke cliëntgroep het meest bij mij past dankzij mijn stage. Maar dat de gehandicaptenzorg echt wat voor mij is, daar ben ik inmiddels wel achter!”
