Volg ons
Search
Close this search box.

Actief met passiviteit

Iedere cliënt heeft een andere zorgvraag en andere hulp nodig. Wij bieden cliënten van verschillende cliëntgroepen zorg. En ook binnen één cliëntgroep is elke cliënt uniek, met daarbij een eigen zorgvraag. Dat we hen allemaal uitstekende zorg bieden, vinden we logisch. Ook in situaties waarin de oplossing soms wat minder voor de hand ligt. Ook dan zijn wij in staat goede zorg te leveren. Dat is bijvoorbeeld het geval bij onze zorgintensieve cliënten waar passiviteit een grote rol speelt.

“Kijk naar wat iemand wel kan”

Bij deze groep cliënten hebben we het over mensen die bepaalde dagelijkse dingen niet (meer) zelf kunnen. Zoals zichzelf aankleden, voeden of omdraaien in bed. Zij zijn niet actief bij deze relatief eenvoudige handelingen. Daarom willen wij hen hierbij hulp bieden op een manier die fijn is voor de cliënt en de medewerker. Belangrijk daarbij is om de passiviteit te accepteren en hierin liefdevolle zorg te geven. Door te accepteren dat iemand iets niet (meer) kan en ook niet meer zal kunnen, kan gekeken worden naar manieren om iemand een ander leven te laten leven in zorgafhankelijkheid. Een leven waarbij comfort van zorg op de eerste plaats komt. Dat doen we op een multidisciplinaire manier, dat wil zeggen dat er een nauwe samenwerking is tussen de huisarts, orthopedagoog, fysiotherapeut, logopedist, ergotherapeut en zeker ook de dagelijkse begeleiding van een cliënt. Samen kijken zij actief mee in de zorg om tot de beste oplossingen te komen.

Wat kan er wel?

Het is belangrijk dat we niet alleen kijken naar wat iemand niet kan. Kijk naar wat een cliënt wél kan en wat zijn of haar mogelijkheden zijn. Ons team Behandeling kijkt samen met begeleiders op de woningen wat er nodig is om de cliënt zo zelfstandig mogelijk de dagelijkse dingen te laten doen, hoe klein de stap ook is. Elk beetje hulp kan al een stap zijn naar meer vrijheid in iemands dagelijks leven. En daarin proberen we weer de balans te vinden, want het één moet niet ten koste gaan van het ander. Als iemand zelf kan douchen heeft dat de voorkeur, maar als een cliënt daarna niet meer kan eten van vermoeidheid is dat niet goed. In zo’n situatie kan er bijvoorbeeld toch gekozen worden om de cliënt te helpen bij het douchen, waardoor de cliënt meer kan genieten van het eten.

Denk ook aan de medewerker

Het ondersteunen van cliënten bij dagelijkse zorg vraagt vaak fysiek veel van een cliëntbegeleider. Denk hierbij aan het plaatsen van een cliënt in een tillift, of het aandoen van een broek. Dit is vaak letterlijk zwaar, maar ook het regelmatig zakken door de knieën of buigen van de rug kan op den duur voor blessures zorgen. Daarom volgen onze medewerkers trainingen om deze, vaak terugkerende, handelingen goed uit te voeren. Mede door het gebruik van andere technieken. Want als je iets eenmaal volgens je eigen routine doet, zie je vaak niet meer dat je verkeerd buigt of dat de fysieke belasting voor je lichaam te groot is.

De trainingen zijn noodzakelijk om bijvoorbeeld met pijn, afweerspanning en ernstige bewegingsbeperkingen om te kunnen gaan. Om dit te leren, krijgen cliëntbegeleiders nieuwe handelingen aangereikt en informatie over maatregelen en hulpmiddelen/voorzieningen.

PDL Actief omgaan met passiviteit

Hoe is het voor de cliënt?

Een cliëntbegeleider stopt een lepel in de mond van een cliënt tijdens het eten. Een cliënt lijkt recht te zitten in de rolstoel, de riem hoeft niet te strak, dat zit niet lekker. Tijdens het tandenpoetsen praat de cliëntbegeleider met een cliënt in de deuropening, en poetst de tanden van de andere cliënt zonder te kijken. Al deze handelingen worden met de beste bedoelingen gedaan, maar hoe is dat nu écht voor de cliënt? Vaak kan een cliënt zelf niet aangeven of iets goed of fijn is. Om te weten hoe dat is, moet je het zelf ervaren. En dat doen we in trainingen, die gebaseerd zijn op het PDL-principe: Passiviteiten Dagelijks Leven.

PDL Actief omgaan met passiviteit

Enkele voorbeelden die aan bod komen in de training passiviteit in het dagelijks leven:

  • Hoe zie ik dat een cliënt niet lekker zit?
  • Hoe is het om verplaatst te worden met behulp van een tillift?
  • Hoe voelt het om blind gevoed te worden?
  • Hoe voelt het als je incontinentiemateriaal niet op de goede manier is aangebracht?
  • Wat ervaart de cliënt als ik zonder aankondiging een tandenborstel in zijn mond doe?

Cliëntbegeleider Savannah de Boer

Vorig jaar heb ik de training voor omgaan met passiviteit gevolgd. Deze had ik in het begin van mijn werk bij S&L Zorg ook al eens gedaan, maar ik was weer veel vergeten. Ik ben de thema’s van de training: voeden, verplaatsen, et cetera direct gaan toepassen in de praktijk. Dan kun je denken aan het aankleden van mensen waarbij dit moeilijker gaat, omdat ze door hun beperking stijver worden. Daarvoor kregen we van de fysiotherapeuten een heel handig hulpmiddel: de sleeve. Dit werkt ongeveer hetzelfde als bij de hoezen die je gebruikt om iemands steunkousen aan te doen. Maar ik ondersteun bijvoorbeeld ook iemand met spasmen die vrijwel continu in dezelfde houding op bed ligt. Ik heb geleerd hem op een prettige manier, voor ons allebei, in een zijligging te leggen als hij ‘s avonds ontspannen in bed tv wil kijken.

Tijdens de training heb ik ook veel ervaring opgedaan over hoe het is om in een rolstoel alle kanten (achteruit, vooruit, snel door de bochten) op gereden te worden. Of hoe het is om gevoed te worden met ijzer en plastic bestek, of dat iemand anders je tanden poetst.

In de wandelgangen hoor ik collega’s wel eens praten over hun lichamelijke klachten. Dit heb ik meegenomen naar de training. Ik kreeg de ruimte binnen het team om te oefenen met wat ik geleerd heb. Het is fijn mijn eigen ervaring door te kunnen geven aan mijn collega’s. Ik heb veel geleerd over het uitvoeren van de diverse handelingen in de praktijk. Over wat fijn is voor de cliënt, maar ook voor mijzelf als medewerker. Het is denk ik goed dit regelmatig te herhalen. Cliënten, maar ook de producten die de zorg/verzorging beter en makkelijker maken, blijven veranderen of verbeteren. Daarmee omgaan vraagt dan weer andere handelingen.”

Training omgaan met passiviteit

Alle cliëntbegeleiders van woningen en afdelingen waar cliënten met passiviteit wonen of werken zijn verplicht deel te nemen aan de daarvoor bedoelde training. De essentie van de training is het antwoord op de vraag: Hoe kan een cliëntbegeleider de passieve cliënt zo goed mogelijk verzorgen, waarbij de verzorgingsmomenten als prettige contactmomenten worden ervaren door zowel de cliënt als de cliëntbegeleider?

Aan de hand van een theoretisch kader wordt ingegaan op praktijksituaties en de knelpunten die hierin ervaren worden. Naast handelingen (hoe doe je het), maatregelen (wat spreek je af) en hulpmiddelen (wat gebruik je en hoe) ligt het accent op acceptatie, attitude en multidisciplinaire samenwerking. De training bestaat uit vijf bijeenkomsten, waarin de volgende thema’s behandeld worden:

  • liggen
  • zitten
  • gevoed worden
  • gewassen en gekleed worden
  • verschoond worden
  • verplaatst worden

Tijdens deze training is er veel ruimte voor het oefenen van vaardigheden gericht op de dagelijkse praktijk. De training wordt gegeven door onze eigen fysiotherapeuten, logopedisten en een enkele cliëntbegeleider.

Ook leuk om te lezen!

Vorige
Volgende
Ga naar de inhoud